Parken en tuinen

Wie wel eens in Sevilla geweest is, zal het vast niet onopgemerkt gebleven zijn dat er verspreid over de stad vele parken (parques) en tuinen (jardines) zijn, waarvan er vele te voet gemakkelijk te bereiken zijn vanuit het centrum. Hieronder lees je wat de mooiste zijn en waarom je een bezoekje aan één of meerdere eigenlijk niet mag overslaan als je in Sevilla bent.

Parque de María Luisa

Misschien wel het beroemdste park van Sevilla. Het is een prachtig, groot park van ongeveer 340.000 m2 dat nog niet zo heel lang geleden is uitgeroepen tot cultureel erfgoed. Het bestaat uit de voormalige privétuinen van het San Telmopaleis en je komt er prachtige vijvers, vogels, bloemen, grasvelden en bomen (met informatiebordjes!) tegen. Je vindt er het Plaza de España en het Plaza de América, die speciaal gebouwd zijn voor de Wereldtentoonstelling van 1992. Lees op onze pagina over het Parque de María Luisa meer uitgebreide info!

Parque del Alamillo en het Parque De San Jerónimo

Het Parque de San Jerónimo is sinds 2011 verbonden met het Parque del Alamillo, waardoor het samen het grootste park van Sevilla is geworden. Het ‘nieuwe’ park is nu zo´n 150 hectare groot. In het park staan bomen met zonnecellen, om energie op te wekken. Het Parque De San Jerónimo was vroeger een gebied met veel kwekerijen en na de Wereldtentoonstelling van 1992 is het ingericht als park en geopend in 1995. Het Parque del Alamillo is speciaal voor de Expo van ’92 aangelegd. Het moest een nabootsing van mediterraanse bossen worden. Dit park vind je in het noorden van Sevilla.

Jardines del Guadalquivir

In maart van 2011 zijn, na negentien jaar van verwaarlozing, de acht hectare grote tuinen van de Guadalquivir heropend. Niet alleen hebben de tuinen in deze lange tijd de nodige ´schade´ opgelopen, maar ook is de natuur op een goede manier haar eigen gang gegaan. Veel groen heeft zichzelf verder ontwikkeld, waardoor er veel schaduw is ontstaan en daarom is dit een fijn park om naartoe te gaan in de stad waar schaduw schaars is. In het park zijn ook veel beelden, fonteinen en looppaden te vinden. De Jardines del Guadalquivir zijn rustige tuinen en heerlijk om je even in terug te trekken. Ze zijn te vinden aan de andere kant van de rivier, in de wijk Triana.

Parque Infanta Elena

In 1977 is geprobeerd om, op de plek van wat nu het Parque Infanta Elena, is een groen gebied te maken, maar helaas is dit project toen mislukt. Bijna twintig jaar later, in 1998, is er meer dan 9 hectare bos geplant, het meer gevuld met water en een hek rondom het gebied geplaatst. Het ongeveer 35.000 m2 grote park heeft veel verharde paden en is daarom nu vooral populair bij fietsers, hardlopers en wandelaars en er worden bijvoorbeeld ook lessen yoga en tai chi gegeven. Leuk weetje: in het park woont ook een kolonie ganzen die er het hele jaar door zit.

Parque Celestino Mutis

Iets meer in het zuiden van de stad ligt een klein park, genaamd naar de wetenschapper en botanist José Celestino Mutis Cadiz. Het Parque Celestino Mutis is meer dan 40.000 m2 groot en heeft zo´n 150 verschillende soorten tropische, subtropische, mediterrane en continentale bomen en planten. Vroeger liep hier de Tamarguillorivier en het heeft lang geduurd voordat het park uiteindelijk gerealiseerd is. Het is een initiatief uit 1975 geweest van een groep burgers die een park wilden dat aan hun wensen voldeed. Hiervoor hebben ze meer dan duizend handtekeningen verzameld.

Jardines de Murillo

De Murillotuinen (85.000 m2) lopen parallel aan de tuinen van het Real Alcazar langs de Paseo de Catalina de Ribera, vlakbij de wijk Santa Cruz, en zijn vernoemd naar de schilder Bartolomé Esteban Murillo. Het bestaat eigenlijk uit drie tuinen: de Jardines de las Delicias, de Jardines de Catalina de Ribera en de Murillotuin zelf. Tot aan het begin van de 20e eeuw behoorden deze tuinen tot de Real Alcázar, maar in 1911 gaf Koning Affonso XIII het aan de stad. Er zijn onder andere delen van oude stadsmuren en het Columbusmonument te vinden.

Parque De Miraflores

Het Parque De Miraflores ligt in het noorden van Sevilla en hier vind je het enige natuurlijke meer van de stad. Het is zo´n 940.000 m2 groot en er worden verschillende activiteiten georganiseerd. In het park zijn veel oude overblijfselen te vinden. Zo liep er vroeger door het gebied een rivier, deze is opnieuw aangelegd. Er zijn paleolithische snijmaterialen gevonden bij een put, een Almohaden toren uit de dertiende eeuw en overblijfselen van een Romeinse villa van ongeveer 200 v.Chr. In het park vind je onder andere olijfbomen, granaatappelbomen en palmbomen.

Parque Amate

In het oosten van de stad vind je het Parque Amate (zo´n 33 hectare groot). Het was onderdeel van het Plan General de Ordenación Urbana (Ruimtelijke Ordening) van 1962, maar werd pas in 1987 geopend. Er is een grote straat van een dubbele rij bomen, een vijver met fontein en een halfrond plein. Er zijn verschillende bomen en planten te vinden, twee speelterreinen voor kinderen, verschillende fitnessapparatuur (leuk voor als je tijdens je vakantie nog een beetje wilt sporten!) en een restaurant.

Los Jardines del Real Alcázar

Een absolute must om te zien zijn de adembenemende tuinen en patios van het Alcázarpaleis. Het paleis heeft er verschillende: de Jardín de Carlos V, de Patio de las Flores, de Fuente de Mercurio, de Jardín de la Danza, de Patio del Yeso, de Jardín de los Poetas en de Jardín Inglés. De tuinen zijn erg groot en er zijn ontzettend veel verschillende planten, (fruit)bomen, bloemen, vijvers en fonteinen te vinden. Het paleis is al must-see, maar de tuinen mag je echt niet overslaan!

Jardines de la Buhaira

De Jardines de la Buhaira zijn de tuinen van het Buhairapaleis en liggen vrij centraal in de stad, op ongeveer 20 minuten lopen vanaf het Real Alcázar en de Kathedraal. In de tuinen vind je onder andere verschillende (fruit)bomen, waaronder dadelpalmen, water, een fontein, het paviljoen van Santa María de los Angeles en ruïnes van het oude paleis. Tip: ´s zomers worden hier veel voorstellingen gegeven tijdens de Noches de Verano en la Buhaira (de Buhaira Zomernachten).

Parque De Los Príncipes

Het Parque De Los Príncipes (Park van de Vorsten) is geopend in 1973 en genoemd naar Koning Juan Carlos en Koningin Sofia. Het is voornamelijk ontworpen als tuin en er zijn veel verharde paden, dus het is heerlijk om doorheen te lopen. Het is ongeveer 108.000 m2 groot en je vind er vooral veel rozen. Er zijn meer dan 6.000 rozenstruiken geplant, van 25 verschillende soorten uit de hele wereld. Er zijn ook veel verschillende bomen, waaronder sinaasappelbomen. Er is een kleine stroom dat uitkomt in een meertje, waar je pauwen, zwanen, eenden en een tuin kan vinden.

Jardines de Cristina

Langs de Guadalquivir, bij de Puerta de Jerez, liggen de Jardines de Cristina, een kleine tuin met veel bomen, waar je op warme dagen goed de schaduw kunt opzoeken. Je vindt de driehoekige tuin tussen de Paseo de Cristina, de Avenida de Roma en de Paseo de las Delicias. De tuin is geopend in 1830 en heette toen Salón de Cristina, naar de vrouw van Koning Fernando VII. Het was een project om de rivier uit te breiden en te doen opleven.

Comments are closed.